Waarom de weegschaal niet alles zegt
Op de weegschaal staan is vast niet je favoriete hobby, maar het is wel een handige tool om jouw vooruitgang te meten gedurende het afvallen. Je stapt er dagelijks of wekelijks op in de hoop dat je kilo’s bent verloren. Dan is het balen als dit vervolgens niet het geval is. Maar het getal op de weegschaal zegt niet alles!
Wanneer je dagelijks op de weegschaal stapt heb je sneller te maken met schommelingen in je gewicht. Deze wisselingen komen met name door de hoeveelheid vocht in je lichaam. Bijvoorbeeld doordat je de ene dag meer zout hebt gegeten, maar ook vlak voor de menstruatie kunnen vrouwen meer vocht vasthouden. Hetzelfde geldt voor warme dagen. Daarom geven we je 3 handige tips om jezelf zo goed mogelijk te kunnen wegen:
Tip 1
Gebruik altijd dezelfde weegschaal als je gaat wegen en zet de weegschaal op een harde en egale ondergrond, zoals de badkamervloer.
Tip 2
Probeer jezelf altijd rond hetzelfde moment te wegen, om schommelingen te voorkomen. Bijvoorbeeld op een vaste dag in de week. Doe het bij voorkeur ’s ochtends nadat je naar het toilet bent geweest, dan houdt je lichaam minder vocht vast en heb je nog niet gegeten.
Tip 3
Meet meer dan alleen je gewicht! Houd de omvang van jouw middel bij en laat af en toe de verhouding spier- en vetmassa in jouw lichaam meten. Als je naast het diëten ook bent begonnen met sporten kan het zijn dat je meer spiermassa opbouwt, waardoor je gewicht (nog) niet afneemt.
Uiteindelijk gaat het niet alleen om jouw gewicht, maar hoe jij je voelt wanneer je van de weegschaal af stapt! Door een ander voedingspatroon aan te nemen en meer te bewegen kun je lekkerder in je vel zitten, meer energie hebben en je al met al gezonder en gelukkiger voelen. En dat is toch veel meer waard dan het getal op de weegschaal?